Samenvatting

Max Havelaar begint in Amsterdam, bij de koffiehandelaar Batavus Droogstoppel, die de lezer vertelt over het boek dat hij aan het schrijven is. Droogstoppel vertelt ons over zijn geschiedenis en zijn heden. Dan begint Droogstoppel aan het verhaal dat de aanleiding tot het boek was. Toen Droogstoppel een keer door de Kalverstraat liep kwam hij een man tegen, die een oud schoolgenoot van hem bleek. Deze man krijgt geen naam, hij wordt Sjaalman genoemd, naar de sjaal die hij had omgeslagen. Zijn uiterlijk is nogal verwaarloosd, een goede reden voor Droogstoppel om de man niet te mogen. Sjaalman laat een pak met papieren achter voor Droogstoppel. Het bevat uiteenlopende documenten, waarvan sommigen Droogstoppel wel aanspreken. Hij wil ze graag laten uitgeven, maar omdat hij zelf geen tijd hiervoor heeft, zet hij zijn stagiair Stern aan het werk.

In het vijfde hoofdstuk is niet langer Droogstoppel aan het woord, maar Stern. Hij schrijft het verhaal van de nieuwe assistent-resident Max Havelaar. Havelaar vertelt over zijn belevenissen op Java, en de onrechtvaardigheden die er gebeuren. Verder staat zijn toespraak tot de hoofden van Lebak genoteerd.

De hoofdstukken negen en tien brengen ons terug bij Droogstoppel die niet te spreken is over het tot nu toe geschreven boek. Ook laat hij duidelijke merken dat hij vindt dat de Javanen zelf schuld hebben aan hun armoede. Vervolgens gaat het verhaal weer terug naar Indië, waar Havelaar een Controleur en een Commandeur op bezoek heeft. Hij vertelt hen een verhaal over de Javaanse Adinda en Saïdjah. Het verhaal loopt slecht af, beide kinderen sterven door het geweld. Hij legt uit dat hoewel het verhaal fictie is, er wel een kern van waarheid in zit. Havelaar wil graag optreden, maar zolang de regent op vrije voeten is, durven de burgers niet tegen hem te getuigen; een impassé. Ondertussen is Droogstoppel er nog steeds van overtuigd dat deze gebeurtenissen verdraaid zijn, en mensen zoals Sjaalman alleen maar over anderen mopperden zodat hun eigen falen minder in het licht zou staan.

Havelaar wordt nog steeds niet gehoord, niet bij de gouverneur-generaal, en ook niet bij zijn hoogste baas. Hij heeft inmiddels ontslag genomen.

Dan neemt ineens Multatuli de pen over van Stern. Hij houdt een slotrede waarin hij eindelijk kan zeggen wat hij wil zeggen. Het is een oproep aan de regering en de koning om iets de veranderen aan de afschuwelijke situatie in Indië.

 

 

 

Tijd

De vertellers Droogstoppel en Stern, die in dezelfde ruimte leven en elkaar afwisselen vertellen het verhaal chronologisch. Stern vertelt het verhaal van Max Havelaar, dat eveneens chronologisch verteld wordt. De tijd van handeling is rond 1856, toen Multatuli zelf assistent.-resident van Lebak was. De tijd is natuurtijk van groot belang, omdat Indië in die tijd in Nederlandse handen was. Het is ook van groot belang omdat het er niet altijd even rechtvaardig aan toe ging in die tijd. Er zijn in principe twee tijden in het boek, de tijd waarin het verhaal van Max Havelaar speelt, onderbroken en ingeleid door commentaren uit de tweede tijd, de tijd waarin Stern en Droogstoppel leven en het boek schrijven.

 

Ruimte

Het verhaal speelt zich tijdens de passages van Droogstoppel en Stern in Amsterdam af. Tijdens de andere passages in Lebak, op Java. Alles wordt zo goed mogelijk omschreven, zodat de lezer precies weet wat er bedoeld wordt en er een voorstelling van kan maken van hoe de situatie zou hebben moeten afgespeeld. Ook bijvoorbeeld mensen die nooit in Indonesië zijn geweest, kunnen een goed beeld vormen van het landschap in Indonesië na het lezen van dit boek. Een stuk uit het boek wat het landschap beschreef ging over het reizen in Indonesië omstreeks 1860. Dit vond ik zelf mooi beschreven. Een ander stuk wat een beeld gaf over het landschap, ging over de huizen in Indonesië. Verder kan de lezer uit de beschrijvingen opmaken dat Multatuli veel van het Indonesische landschap houdt.

Perspectief

De structuur is vrij ingewikkeld. Het verhaal begint met Droogstoppel, die een boek wil schrijven. Vervolgens wordt dit opgedeeld in hoofdstukken van Droogstoppel zelf en zijn bediende Stern. Droogstoppel schrijft voornamelijk vanuit zijn eigen perspectief en Stern schrijft over Max Havelaar, een personage afkomstig uit de geschriften van Sjaalman. Sjaalman heeft al eerder een groot pak geschriften bij Droogstoppel afgeleverd en toen hij erachter kwam dat deze ook verhalen over koffie bevatten, wilde hij dit ook in zijn boek verwerken.

Daarnaast neemt aan het einde Multatuli het verhaal over: hij gebruikt zijn stem om zich te richten op de koning. Hij komt als het ware boven het verhaal te staan en wil het verhaal als een soort les gebruiken voor anderen.

 

'Ik zeg: waarheid en gezond verstand, en hier blijf ik bij. Voor de Schrift maak ik natuurlijk een uitzondering.' - Droogstoppel

'…aan U draag ik mijn boek op, Willem den Derden, Koning, Groothertog, Prins…meer dan Prins, Groothertog en Koning…Keizer van ‘t prachtige rijk van Insulinde dat zich daar slingert om de evenaar als een gordel van smaragd…' - Multatuli

Personages

Hoofdpersoon:

Max Havelaar

Havelaar is een goed mens. Hij doet alles om anderen in nood te helpen. Dit is zeker positief, maar het gaat ook weleens de verkeerde kant op. Door zijn goede hart helpt hij anderen, terwijl hij zelf in de moeilijkheden komt. Als voorbeeld deze zin uit het boek: 'acht dagen voor de geboorte van zijn kleine Max, bezat hij 't nodige niet om 't ijzeren wiegje te kopen waarin zijn lieveling rusten zou, en weinig tijds tevoren nog had hij de weinige versierselen zijner vrouw opgeofferd, om iemand bij te staan, die gewis in beter omstandigheden verkeerde dan hijzelf.'

Verder is Havelaar heel intelligent. Hij weet veel, dit kunnen we opmaken uit de verhalen die Havelaar vertelt aan zijn collega's Duclari & Verbrugge. Hij is een rechtvaardige en een eerlijke man. 

 

Bijpersonen:

Batavus Droogstoppel

Droogstoppel is makelaar in koffie te Amsterdam en compagnon van Last. Hij is een verbeelding van de egoïstische Hollandse koopman: laf, ijdel en onbeschoft. Droogstoppels rol in het boek is vooral om een contrast te vormen met Havelaar. Eerlijkheid is belangrijk voor Droogstoppel. Van romans moet hij niets hebben, omdat daar toch alleen maar leugens in worden verteld. De Javaan moet hard werken, want anders zal hij arm worden. Ze werken volgens hem dus niet hard genoeg, anders zouden ze het wel beter hebben. 

 

Stern

Over Stern is niet veel beschreven, alleen dat hij een zoon is van een zakenrelatie in Duitsland. Hij schrijft de Havelaar gedeeltes in het boek, maar al snel merken we als lezer op dat Sjaalman hierachter zit.

Thema

Het thema is de strijd tegen onderdrukking en onrecht. Het boek is geschreven om het onrecht die de bewoners van Java wordt aangedaan te bestrijden. Ook Max Havelaar strijd in het boek tegen onrecht en onderdrukking. Degene die anderen onrecht aan doen, de regent en Droogstoppel, worden als door en door slechte personen afgebeeld. 

 

Titelverklaring

De titel "Max Havelaar" slaat op een man genaamd Max Havelaar. Havelaar (de centrale figuur) wordt in het boek uitvoerig beschreven. De man is zo belangrijk in het boek omdat hij voor de inlanders in het vroegere Nederlands-Indië opkomt. 

 

De ondertitel "of De Koffieveilingen der Nederlandse Handelmaatschappij" is de titel die Droogstoppel aan het boek wou geven. Multatuli gaf deze ondertitel omdat in die tijd de koffiehandel veel geld opleverde voor de Nederlandse Staat.

Motto

In het begin van het boek wordt er een onuitgegeven toneelspel beschreven. Dit kan als de motto van het boek worden gezien. In deze onuitgegeven toneelspel wordt Lothario ervan beschuldigd Barbertje te hebben vermoord. De rechter veroordeelt hem tot 'ophanging'. De rechter is vastbesloten; zelfs als hij Barbertje in levende lijve ziet blijft hij bij zijn besluit. Dit keer is de straf niet gebaseerd op moord, maar op eigenwaan. 

 

Dit motto heeft veel met het boek te maken. In dit toneelspel wordt er iemand (Lothario) onrecht aangedaan. In het boek zijn dit de inlanders in Indië. Ook is er een persoon met duidelijk veel macht in het toneelspel (de rechter). In het boek zijn dit de Nederlandse Staat en de Regent van Lebak.

 

Onrecht

Hebben alle mensen het recht?

Ook in Java?

Of toch alleen maar onrecht?

Hebben mensen in Java het verdient om zo te leven?

Hebben ze onrecht getoond?

Wat is onrechtvaardigheid?

En wie is er dan onrechtvaardig?

Hoe kunnen we die onrecht bestrijden?

Wat moet er gebeuren om dit te voorkomen?

Alleen wij als mens,

Kunnen dit voorkomen.